De kunst van het tuinieren neemt een bijzondere plek in binnen de geschiedenis van de mensheid. Omdat hierin de wederzijdse verhoudingen tussen mens en natuur zich tot uiting brengen. De tuin geeft de mens zijn rust maar kost hem ook veel zware arbeid.
Ook in het leven van de Russische tsaar Peter de Grote nam de tuin een belangrijke rol in. Hij nam zijn voorliefde voor de tuin over van zijn vader Tsaar Aleksej. Gedurende zijn jeugd speelde Peter in de tuinen van het Kremlin, terwijl zijn vader in Izmajlov een grote hoeveelheid door het buitenland geïnspireerde tuinen liet bouwen: Het Prosjanskij-labyrint, de apothekerstuin en de Italiaanse tuin. Bekend waren ook de Hemelvaarts-, Nieuwe en Kazantuinen van Kolomenski.
Tuinen waren ook het middel bij uitstek waarmee Peter kennis kon maken met de Nederlandse kunst. In Peters nieuwe hoofdstad St. Petersburg liet hij dan ook diverse tuinen aanleggen. Hierin speelden buitenlandse tuiniers een grote rol. In zijn nieuwste boek verhaalt Boris Makarov over het werk van deze veelal Nederlandse tuiniers en hun vaak zware lot dat hen trof. Makarov besteedt niet enkel aandacht aan hun bezigheden maar reflecteert ook over hun karakter en persoonlijkheid en hun vaak moeizame onderlinge verhoudingen.
Boris Makarov werd in 1953 geboren in Leningrad, waar hij in 1975 afstudeerde aan de Natuurkundig-Mechanische Faculteit van het Polytechnisch Instituut. Aan datzelfde instituut doceerde hij tot 1993 natuurkunde. In 1986 verdedigde hij er zijn kandidaatsdissertatie. In die jaren verdiepte hij zich in zijn vrije tijd in de geschiedenis van Rusland en Sint-Petersburg. Sinds 2002 voert hij als medewerker van het Nederland-Rusland Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen professioneel archiefonderzoek uit naar het thema “Buitenlandse specialisten in Sint-Petersburg tijdens de 18e eeuw”. Hij is auteur van velerlei artikelen over de geschiedenis van Sint-Petersburg en auteur van het boek Nederlanders in Rusland in de eerste helft van de 18eeeuw (Sint-Petersburg 2009).